Skip to main content

Honden kunnen ongewenst gedrag vertonen. Dat willen we liever niet. Om ongewenst gedrag te voorkomen of af te leren hebben we het (bijvoorbeeld) over corrigeren, straffen, begrenzen en belonen. Het beeld dat we daarbij hebben, kan van persoon tot persoon verschillen. Datzelfde geldt voor onze aanpak. Terwijl we allemaal hetzelfde willen. Dit artikel geeft uitleg over waar het gedrag van een hond vandaan komt en wat je er vervolgens aan kunt doen.

“Je moet je hond corrigeren!” Corrigeren: “het moet”, zegt de één heel stellig. “Nooit doen!” roept de ander nog veel stelliger.

En daar sta jij met je hond die superlief is, maar als een ongeleid projectiel door je leven dendert. Vaak willen we ongewenst gedrag corrigeren. Uitvallen, blaffen, grommen tanden laten zien, slopen, happen, trekken aan de lijn, allemaal ongewenst. Wanneer een hond iets doet wat niet mag, dan moet dat gecorrigeerd worden. Het is het voor mensen een heel begrijpelijke reactie. Maar voor een hond is dit niet zinvol.

Foto: Kijk naar je hond, want als je weet waar je naar moet kijken, kan je het nooit meer niet zien. Door te kijken kan je namelijk zien of je hond je begrepen heeft

Oppervlakkig gezien klinkt corrigeren logisch. Maar het is het niet. In dit artikel leg ik het uit.

Corrigeren, wat is het? Wat doet het met je hond? En vooral hoe leer je je hond dan wel ongewenst gedrag af? Ongewenst gedrag van je hond kan voor de hond gewenst zijn en voor jou erg ongewenst. Dat is  niet prettig voor hem, voor mensen en het kan gevaarlijke situaties opleveren.

Over corrigeren lopen de meningen uiteen. Er zijn voor- en tegenstanders. Maar ongewenst gedrag van je hond wil je veranderen, zeker als het gevaarlijk of welzijnsbedreigend is. En daar zijn verschillende manieren voor. Corrigeren is daar één van. Maar (er is altijd een maar) wat als het niet helpt? Misschien is het probleem dan groter geworden of is er een probleem bijgekomen. Dan is het misschien toch niet de meest succesvolle manier.

 

Waar komt gedrag vandaan?

Om te weten waarom je hond doet wat hij doet, zul je verder moeten kijken dan wat je hond doet. Kijken naar je hond helpt je hierbij. Een hond laat heel goed zien hoe hij zich voelt en of hij je daadwerkelijk begrijpt. Dan is het goed om te weten dat gedrag altijd wordt veroorzaakt door een emotie. Door te kijken naar je hond en te kijken naar de context waarin de hond dit gedrag laat zien, kun je uitzoeken wat jouw hond drijft. Wat naast emotie, beweegredenen zijn die dit gedrag versterken.  Dit is niet eenvoudig. Toch kun je zelf een heel eind komen. Door goed te kijken en deze dingen op te schrijven. Het bijhouden van een dagboek geeft een hoop inzicht.

 

En dan

Er zijn verschillende soorten gedragingen. Wat voor een mens ongewenst gedrag is, kan gewoon hondengedrag zijn. Bijvoorbeeld blaffen en poepeten horen bij een hond, maar wij stellen dat niet op prijs.

Dit is belangrijk om te weten omdat het iets zegt over hoe je het gedrag kunt veranderen. Wanneer gedrag (bewust of onbewust) is aangeleerd, dan is dat anders, dan wanneer het normaal hondengedrag is. Het zegt ons iets over wat we er wel of juist niet mee moet doen.

 

Corrigeren

Corrigeren kent vele vormen, variërend van verbeteren tot controle, van berisping tot herstel en van verandering tot verbeteren van een fout. Allemaal bedoelen we ongeveer hetzelfde maar waar hebben we het nou precies over?

Het gaat over leerprincipes en om nog preciezer te zijn: over conditioneren. Corrigeren, waar dit artikel over gaat, maakt daar deel van uit.

 

In een notendop

Conditioneren komt uit het behaviorisme. Dit is een stroming binnen de wetenschapsfilosofie.  Conditionering is een verzamelnaam voor de manier waarop mensen of dieren leren zich aan te passen aan hun omgeving. De twee bekendste vormen zijn:

Klassiek conditioneren (bekend door Pavlov)

Operant conditioneren (bekend door Skinner)

Om mens en dier iets te leren gebruiken we deze wetenschap. Wanneer je jouw hond iets wilt leren, is het dit wat je gebruikt.  En dan met name de operante conditionering, omdat je hier invloed op hebt door te belonen of te straffen (corrigeren). Dat corrigeren kan op twee manieren.

Het verschil zit het in wat je doet of laat. Wil je dat jouw hond het juiste leert en snapt wat de bedoeling is? Dan is uitsluitend corrigeren (op welke manier dan ook) niet voldoende.  De kans dat gedrag sterker wordt of generaliseert is groot. En corrigeren kan soms zelfs gevaarlijke situaties opleveren.

Correcties hebben invloed op het gedrag van een hond. Door een hond te straffen kan het dus zijn dat het gedrag afneemt. Dat was nou net de bedoeling. Alleen, ga je dan voorbij aan het feit dat gedrag wordt gestuurd door een emotie. Een emotie is wat een hond voelt. Omdat ook jij, neem ik aan, graag wil dat je hond zich prettig voelt, kijken we naar de emotie die het gedrag veroorzaakt als een hond ongewenst gedrag inzet.  Veranderen we de onderliggende emotie, verandert het gedrag mee. Er zijn twee manieren (dit onderscheid maak ik op deze manier, het is geen wetenschappelijke benaming. Vandaar dat ik het zo had geschreven): begrenzen en straffen.

 

Begrenzen

Bij begrenzen neem je iets weg wat de hond graag wil hebben. Of je zorgt dat hij ergens niet bij kan wat hij wel graag wil hebben. Het is een negatieve correctie (omdat je iets wegneemt) Je kunt deze manier van corrigeren inzetten om een situatie veilig te houden. Als jouw hond constant tegen de kleine kinderen in huis opspringt, kan je hekjes inzetten om te voorkomen dat de hond bij de kleine kinderen kan komen (mits je deze hekjes niet altijd laat staan, want dan is het management). Hij kan zijn ongewenste gedrag niet inzetten en daar dus ook geen succes mee opdoen. Hierdoor zorg je dat dit gedrag in elk geval niet erger wordt. Dit is als managementmaatregel prima in te zetten. Het inzetten van management kan voor sommige mensen een oplossing zijn. Maar vaak zie je dat dat op de lange termijn het niet voldoende is omdat je niets doet aan de onderliggende emotie.

 

Straffen

Bij straffen voeg je iets toe, bijvoorbeeld een tik, een ruk aan de riem, mopperen, boos toespreken of een por in de zij. Dit is een positieve correctie (je voegt iets toe dus positief). Met straffen zorg je voor ongemak, je doet een hond pijn of je maakt hem bang. Het krijgen van straf is niet prettig en/of je doet je hond pijn. Het zorgt voor onzekerheid en spanning. Dat heeft een negatieve invloed op het welzijn van de hond. Gebruik dit dus niet, nooit. Door te bestraffen doe je alleen aan symptoombestrijding, maar aan de werkelijke oorzaak wordt niets gedaan. Toch gebeurt dit elke hondenbezitter wel eens. Ook weten we dat dit niet helpt en dat de hond er niks mee en aan kan doen.

Gedrag wordt gestuurd door een emotie. Als een hond een eigen ‘oplossing’ heeft bedacht, is het niet eerlijk hem te uit laten zoeken waarom hij deze oplossing niet langer mag toepassen. Maar tegen een hond zeggen dat hij iets niet mag doen, terwijl de hond juist iets gevonden heeft dat hem in leven houdt, is lastig. Het is erg moeilijk zelfs en bovendien niet succesvol. Jouw hond zal niet snappen wat eraan mankeert.

 

Gevaar van straf

Als je een hond straft, weet je niet of de hond geleerd heeft wat jij graag wilt dat hij leert. Honden leren ook op andere manieren, bijvoorbeeld door het leggen van associaties. Wanneer jij jouw hond pijn doet of hem bang maakt, kan hij zelf niet bedenken waar dit voor is. Honden zijn slim, maar het zijn geen mensen. Wanneer de hond niet de voor jouw gewenste associatie maakt. Jij wilt bijvoorbeeld niet dat hij trekt aan de lijn. Als je hem laat dat weten door een ruk aan de lijn, kan dat voor zeer onaangename verrassingen zorgen: jouw hond trekt aan de riem, jij geeft hem daarom een ruk(je) aan de riem. De hond ervaart pijn of op zijn minst ongemak. Net op het moment dat hij dit ervaart, fietst je kleine neefje op zijn nieuwe fietsje (met zijwieltjes) voorbij. De hond kan dat ongemak/die pijn van de ruk aan de riem koppelen aan dat kind op de fiets en de verkeerde associatie is gemaakt.  Bij de eerstvolgende wandeling met je hond fietst er een kind op een fietsje voorbij (of jouw hond hoort wieltjes) en dan grijpt hij.

Dat had je niet zien aankomen. Het leek er voor jou op dat hij dit ‘uit het niets’ deed. Begrijpelijk, want jij weet niet dat hij deze associatie heeft gemaakt. Maar de hond heeft de pijn/het ongemak aan dat kind op het fietsje of het geluid van die zijwieltjes (of soort gelijke wieltjes, kliko, rolkoffers, etc.) gekoppeld. Dan doet hij wat nodig is om zichzelf in veiligheid te houden, de interactie te stoppen en/of de afstand te vergroten. Straffen kan dus consequenties hebben die meestal niet te overzien zijn.

 

Maar hij stopt toch?

Een correctie kan (tijdelijk) helpen om te zorgen dat je hond ergens mee stopt. Als je je hond aan de lijn houdt, kan hij niet weglopen. Als je een hekje plaatst, kan hij niet tegen de kleine kinderen aanspringen. Als je de deur achter je dicht doet, kan hij het bezoek niet bijten. Het is heel belangrijk dat je begrenst in plaats van straft én het op de juiste manier doet. Jouw rol als eigenaar, wat jij doet of laat, heeft hierop invloed. Maar er zit ook een keerzijde aan corrigeren. Denk even aan dat happen bij een kind op een fietsje. Door te straffen wordt het gedrag alleen maar erger in plaats van minder. Gedrag wordt gewoonte en dan wordt het ineens een stuk gevaarlijker en ingewikkelder. Hou het altijd veilig.

 

Hoe dan wel

Een hond heeft net als een mens grenzen nodig. Deze zorgen voor duidelijkheid en bieden de hond veiligheid en voorspelbaarheid. Als er kleine kinderen zijn, is de hond in de ren (keuken of achter het hekje in de gang), begrenzen dus. Door te voorkomen dat de hond ergens bij kan, neem weg wat de hond graag wil hebben (je schoenen op de zesde tree van de trap leggen). Hierdoor kan een hond het ongewenste gedrag niet inzetten en levert het dus ook geen succes op.

En ondertussen ga jij je hond leren wat je graag wilt dat hij doet: door gewenst gedrag te belonen. Laat je hond iets leuks doen of geef hem iets lekkers wanneer hij wél het gewenste gedrag laat zien. Want een beloning is pas een beloning als degene die het krijgt ook zo ervaart.

Zo leer je een hond dat gedrag een positief gevolg heeft. Dat het succes oplevert en wat succes oplevert, herhaalt zich. Dit blijkt uit verschillende onderzoeken die hiernaar zijn gedaan. Ook weten we uit onderzoek dat honden, door het gewenst gedrag te belonen, veel minder vaak probleemgedrag vertonen.

Foto: Beloon wat je graag ziet, zodat de hond vaker dit gedrag laat zien.

 

Nog even over emoties

Door onder andere het werk van Panksepp, weten we dat honden zeker zeven verschillende emoties kennen: angst, woede/ boosheid, spel, zoeksysteem, lust, care (zorg), droefig, paniek/ verdriet. Verder zijn er ook nog heel veel andere factoren die een rol spelen, kortom gedrag is complex. Er is lang gedacht dat honden geen emoties ervoeren. Daarom werden het aanleren van vaardigheden en gehoorzaamheidsoefeningen als oplossing gezien. Nu weten we dat dit iets anders is dan het veranderen van emoties. Daarom weten we nu dat het voor de hond veel prettiger is om die onderliggende emotie te veranderen. Door daar iets aan te doen, verandert gedrag mee. Wat overigens niet vanzelfsprekend betekent dat een dergelijk traject een eenvoudige weg of een Quick Fix is. Het is niet makkelijk, het vraagt een enorme dosis doorzettingsvermogen, geduld en een behoorlijke tijdsinvestering. Je moet kijken naar je hond. Ga jij voor deze verandering, dan help ik je help graag verder. Meer weten of heb je een vraag? Mail naar info@lerenkananders.nl

 

Tot slot

Ik ben vooral groot voorstander van weten wat je doet. Bovenal ben ik van mening dat je een hond beter kan leren wat je wel graag van hem ziet, in plaats van hem te straffen voor jij niet wilt zien. Zorg dat de hond beheerst (want kennen en beheersen daar zit een wereld van verschil tussen) wat jij graag van hem ziet. Begrens wat hij nog niet beheerst. Een klein kind dat nog niet geleerd heeft te wachten bij de stoeprand, scheld je ook niet uit. Die pak je bij de hand en leer je te wachten. Doe dat bij je hond dus ook.

In heel veel gevallen helpen correcties (straf) dus niet of zeer tijdelijk. Het verandert het gedrag niet écht, niet structureel. Waarschijnlijk is dat wél wat je als eigenaar wenst.  Vaak heeft dit alles te maken met wat een hond eerder geleerd heeft, namelijk: dat het nodig is om dit gedrag in te zetten om zijn eigen persoonlijke veiligheid te waarborgen. Jouw hond zet dit ongewenste gedrag in om zichzelf een veilig gevoel te geven (in leven te houden). Daardoor is het bestraffen van gedrag hopelijk niet meer zo begrijpelijk en logisch. Wees eerlijk naar jezelf en je hond.

Grenzen helpen en zijn soms nodig om situaties veilig te houden. Veiligheid is een breed begrip. Het is echter geen vrijbrief om maar wat aan te modderen en je hond te straffen voor iets wat jij hem nog niet goed hebt geleerd. Wees eerlijk tegen je hond, gebruik geen pijn, angst, schrik of intimidatie om hem iets te leren. Leren kan anders! Zorg dat je zijn taal spreekt, kijk naar je hond én luister ook vooral. En luisteren betekent niet dat je altijd maar doet wat hij graag wil.

Leer hem wat jij belangrijk vindt en wat voor jullie situatie belangrijk is, zorg dat hij dat beheerst. Dat hij dit in minstens in tien verschillende situaties op tien verschillende plekken kan uitvoeren, dus zonder hulpmiddelen. En bovenal: geniet van je hond. Echt: het hoeft niet in één keer, het hoeft niet perfect én morgen is er weer een dag. En anders overmorgen, volgende week of volgende maand.

Meer weten of heb je een vraag? Mail naar info@lerenkananders.nl

 

Verantwoording

  • Reid, P.J. (2004), Honden sneller laten leren (1ste editie).  Bloemendal Uitgevers
  • Mills, D., & Braem Dube, M., Zulch, H. (2013)Stress and Pheromonatherapy in small animal clincal behavior, Wiley Blackwell
  • Horwitz, D., & Mills, D. S. (2010). BSAVA Manual of Canine and Feline Behavioural Medicine (2de editie). British Small Animal Veterinary Association.
  • Bowen, J., & Heath, S. (2005). Behaviour Problems in Small Animals (1ste editie). Saunders Ltd.
  • China, L., Mills, D. S., & Cooper, J. J. (2020). Efficacy of Dog Training With and Without Remote Electronic Collars vs. a Focus on Positive Reinforcement. Frontiers in Veterinary Science, 7. https://doi.org/10.3389/fvets.2020.00508
  • Vieira De Castro, A. C., Fuchs, D., Morello, G. M., Pastur, S., De Sousa, L., & Olsson, I. A. S. (2020). Does training method matter? Evidence for the negative impact of aversive-based methods on companion dog welfare. PLOS ONE, 15(12), e0225023. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0225023
  • Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. (2021,17 december). Per 1 januari verbod stroomstootapparatuur bij honden. Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl. Geraadpleegd op 21-11-2023, van https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2021/12/17/per-1-januari-verbod-stroomstootapparatuur-bij-honden
  • Fattah, A., & Hamid, S. (2020). Influence of gender, neuter status, and training method on po-lice dog narcotics olfaction performance, behavior and welfare. Journal of Advanced Veteri-nary and Animal Research, 7(4), 655. https://doi.org/10.5455/javar.2020.g464

 

Trainingen en cursussen van Leren kan anders zijn gericht op het leren kijken naar en het veranderen en verbeteren van het gedrag van je hond. Heb je een vraag over het gedrag of de training van je hond, meld je aan voor de Facebookgroep “Gedrag kan anders” (https://www.facebook.com/groups/gedragkananders). Nienke beantwoord daar je vragen.

 

Aan de slag met het gedrag van jouw hond? Maak hier een gratis 20-minuten (zoom)afspraak

https://www.lerenkananders.nl/calendly/